Ik wist wel dat ik niet iedereen in een keer mee zou krijgen. Maar zo weinig begrip? Ik denk dat ik niet eerder het gevoel heb gehad ergens zo alleen in te staan. Ik vond eigenlijk niemand die me begreep. Mijn partner niet en ook mijn primaire omgeving, vrienden en kennissen niet.
Als ouder zouden wij een omgeving moeten creëren waar onze kinderen zichzelf konden zijn. En dus was het van groots belang dat de sociale omgeving op de hoogte is van het hoogbegaafd zijn. Goed bedacht, maar hoe doe je dat? Bij ons bleken twee zaken de belangrijkste struikelblokken in dit proces: 1. Onze eigen onzekerheid
Gevoed door onvoldoende kennis en het niet willen opscheppen of pusherig en streberig willen overkomen. Een bepaalde onhandige voorzichtigheid die de onzekerheid alleen maar verder in de hand werkt. Hoogbegaafdheid was nieuw voor ons, wat wij wisten is net zo kortzichtig als de maatschappij ons heeft geleerd. Wij hebben hier nooit verder naar gekeken en nu is het in ene orde van de dag.
Door onze minieme kennis is het lastig om goed uit te leggen wat HB is en vervallen de eerste gesprekken veelal in stereotypen waarbij de nodige ‘grappige’ opmerkingen geplaatst worden. Hoe vaak wij niet te horen hebben gekregen dat de kinderen dit onmogelijk van ons zouden hebben geërfd. Dat het wel een generatie over zou hebben geslagen..
2. Onbegrip in allerlei verschillende vormen
Mensen die in ene specialist opvoeden pretenderen te zijn. Of die uitleggen dat een talent voor voetbal of pianospelen toch echt heel anders is dan ‘gewoon’ slim zijn. We kregen ook vaak te horen dat elk kind zijn talenten heeft en dat wij meer dan gemiddeld onze best doen om dit te ontplooien. De oordelen daarover waren regelmatig pijnlijk. We werden regelmatig gewaarschuwd. We zouden onze kinderen teveel aandacht geven en zo kleine prinsjes creëren.
Er waren maar heel weinig mensen die om de boodschap heen keken en konden bedenken dat het ons te doen was om het welbevinden en geluk van ons kind. Dat is wat ieder ouder toch het liefst wil?
Kennis en verwondering
Maar ik wist wat me te doen stond. Ik werd er sterker van en meer en meer vastbesloten. Het besef dat ik het beeld wat er heerste in onze omgeving over hoogbegaafdheid kon beïnvloeden als ik zou zorgen dat ik zelf specialist werd.
Dit diende twee doelen, ik kon zo mijn kinderen ondersteunen waar het nodig was en ik kon gedag zeggen tegen mijn (en onze) eigen onzekerheid door onvoldoende kennis.
En zo geschiedde. Ik ging nog beter naar de gedragingen van mijn kinderen kijken. Kreeg door dat ik zoveel van hen kon leren. Ze hielpen mij verwonderen en mijn vastomlijnde ideeën los te laten en overtuigingen en aannames opnieuw in beschouwing te nemen. Ze daagden me uit om door een nieuwe bril te kijken en mijn eigen roestige exemplaar zo nu en dan af te zetten.
Aarzelend alleen, of toch niet Naast dit over-moederlijke gedrag ben ik me in de literatuur over hoogbegaafdheid gaan vastbijten. Ik las alles wat los en vast zat. Onderzoeken uit binnen- en buitenland, wetenschappelijke artikelen. Ik bekeek filmpjes van goeroes, bezocht lezingen. Ik werd lid van diverse fora waar ik de hoop had om gelijkgestemden te ontmoeten maar me eigenlijk steeds mee afvroeg wat de inhoud van deze middelen met mijn kinderen te maken had. Ik herkende kenmerken, uitdagingen en anekdotes. Een paar, slechts enkele en het meest herkende ik niet.
En toen, kwam ik er dus achter dat de jongens hoogbegaafd zijn maar niet passen in de definitie die ooit is gecreëerd en die in stand wordt gehouden.
Kennelijk is erbij willen horen een belangrijke eindwaarde in een menselijk leven. Zelfs groeperingen die zich bewust afzetten van de norm, zoeken elkaar en hopen in de nieuwe groep weer gelijken te treffen. En nu, hoorden ze (en we) dus nergens bij?
Comments